Column


Organisaties zetten steeds vaker columns in om issues op de agenda te krijgen. Zo zwengelen ze het politieke debat aan.

Slim. Want een bestuurder die met een column naar buiten treedt, zet zichzelf neer als voortrekker en opinieleider.

De meeste organisaties kiezen voor een veilige variant op de column. De reden: ze willen niemand voor het hoofd stoten. Daar voeg ik me naar. Wie betaalt bepaalt.

Als ik vanuit mezelf een column schrijf, veroorloof ik me wat meer vrijheid (zie hieronder). Een column is immers een vrije vorm die ruimte biedt aan stijlmiddelen zoals:

  • overdrijving
  • ironie
  • sarcasme


Beetje pijn

Een goede column schuurt en sart. Linda de Mol zei eens: 'Goede seks doet een beetje pijn'. Dat geldt ook voor een column. 

Columns zijn vaak doordrenkt van sarcasme en zwartgalligheid. Maar het kan ook anders. Luchtiger. De column is immers ook een uitgelezen plek om zaken op de hak te nemen.

Wat voor column wil jij? Ik schrijf hem graag voor je.


Hieronder de volledige tekst van de column hiernaast. Ik schreef hem voor een onderwijsvakblad naar aanleiding van een nieuwsbericht dat de politie de leerkracht van een basisschool had vastgezet op verdenking van het hardhandig aanpakken van een brutale leerling.

In de cel

Stiefouders. Bron van inspiratie voor schrijvers van enge sprookjes. Voer voor psychologen. En – sinds kort – ook een dankbaar onderwerp voor schrijvers van columns.

Een knul uit groep acht heeft gevochten met een medeleerling. De meester draagt hem een keer of tien (!) op naar de gang te gaan om af te koelen. De knul vertikt dat en de meester – tevens adjunct-directeur in dit geval – weigert zich door het ongehoorzame en brutale manneke te laten piepelen. Hij pakt hem stevig bij de arm en bonjourt hem, hoewel het ventje stevig tegenstribbelt, het lokaal uit. Tja, dan zal die bovenarm best even pijn doen. Jammer dan. Wie niet horen wil…

Eenmaal thuis barst de jongen in huilen uit. Hij beklaagt zich over de manier waarop hij uit de klas is gezet. Om zijn klacht kracht bij te zetten, stroopt hij zijn mouw op om zijn rode bovenarm te tonen. Zijn stiefvader is in alle staten en gaat op hoge poten verhaal halen. Niet bij de school maar bij de politie, waar hij aangifte doet van mishandeling. En wat doet die? Die laat ogenblikkelijk alle onderzoeken naar moordenaars, verkrachters, oplichters en ander gespuis uit de handen vallen, richt een crisisteam in en roept de burgemeester uit een belangrijke vergadering. Paniek! Er wordt koortsachtig overlegd; dit gaat werkelijk alle perken te buiten. Dan wordt de knoop doorgehakt. Met de zwaailichten aan en met gillende sirenes en gierende banden zetten diverse eenheden van het korps, gehuld in kogelvrije vesten, koers naar de betreffende school in Nieuwegein. Hier moet tegen opgetreden worden! Zouden ze ook zo snel uitrukken als ze vermoedden dat op het woonwagenkamp even verderop een paar hennepkwekerijen in bedrijf waren? Ik vermoed van niet. Maar goed, hier werd door het keurkorps dan toch alert op gereageerd. De adjunct-directeur wordt ter plekke gearresteerd en vervolgens drie uur lang opgesloten in een cel. Dat zal hem leren, de schurk!

Ik vroeg me af hoe zoiets in mijn tijd zou zijn gegaan. Ik ben van 1963 en zeker de (wat) ouderen onder u kunnen vast hoofdrekenen, dus tel maar uit wanneer ik de basisschool bezocht. Er waren drie scenario’s.

  1. Ik zou de leraar hebben gehoorzaamd. Met afstand het meest waarschijnlijke scenario.
  2. Ik zou hebben geweigerd de klas te verlaten. Vrijwel ondenkbaar. De meester zou mij daarop met kracht uit het lokaal hebben gezet en daarvoor van mijn vader een overdonderend applaus hebben gekregen.
  3. Als scenario B zou zijn gevolgd, zou vervolgens automatisch scenario C in werking zijn getreden. Dat scenario zou er zo uitzien: eenmaal thuis zou ik van mijn vader nog een flinke draai om de oren hebben gekregen.

Is dit een pleidooi voor de herinvoering van lijfstraffen? Geenszins. Zou het helpen als leerlingen voortaan ‘u’ tegen de juf en de meester zeggen, zoals de PVV voorstelde? Laat me niet lachen. Leer eerst eens met respect te praten over (en liever nog: met) minderheden en bejegen de minister-president op een wijze die past bij zijn ambt. Dan praten we verder. Wél ben ik voor (iets meer) fatsoen en discipline. Steeds meer ouders willen bevriend zijn met hun kinderen. Het opvoeden laten ze over aan de basisschool. Voor zulke ouders heb ik wel een oplossing. Opsluiten.